De eerste lentebarbecue

Het zonnetje schijnt voor het eerst dit jaar en Yvette besluit haar werk mee te nemen naar de tuin. Ook de buurman heeft vandaag weer hard gewerkt. Morgen gaat hij kunstgras aanleggen en dus heeft hij vandaag een hele dag nodig om de plek te ontruimen waar die matten moeten komen. Dat betekent niet dat hij zelf ook maar een stap zet uit zijn luie stoel. De kinderen helpen hem graag.

Met de keuken was het net zo. Het duurde drie jaar, tot zijn vrouw er grijze haren van kreeg, eer hij zijn bouwwerk uiteindelijk zelf in elkaar had geknutseld, met speciaal hout uit Peru, dat moet Yvette hem nageven. Elke dag had hij naar eigen zeggen hard gewerkt. Elke dag zaagde hij een plankje of twee. Dat plande hij steevast op een moment dat zij even rustig wilde genieten van haar boek, na een lange, lastige werkdag. Ze wilde schrijven en hup, daar was hij weer, om voor afleiding te zorgen die allerminst inspireerde. Ze woonde hier speciaal voor de rust…

De tuin ruikt weer naar compost die niet is verteerd. De komposthoop van de buren is een trekpleister voor ongedierte. Op een dag zorgde een rat voor de nodige animatie. De buurman rende erop af en mepte het arme beestje dood met een van de plankjes die hij net had gezaagd.
               “Eten we vanavond rat op de barbecue?” vroeg Yvette voor de grap.
               De komposthoop bleef, de ratten knaagden gelukkig nog niet aan haar tenen.

Zelf zorgt Yvette af en toe ook weleens voor overlast. In haar vijvertje klatert een fonteintje en bij een hittegolf kijkt ze tv met het open raam. Om het nieuwe jaar te vieren liet ze ballonnen knallen, omdat vuurwerk nu eenmaal niet mocht.
               “Kan het niet wat stiller,” riep de buurman uit zijn open raam. “Ik moet morgen wel werken en de konijnen zijn bang.”
               Rotbeesten, denkt Yvette bij zichzelf. Ze ontsnappen om de haverklap en knagen mijn sla en mijn worteltjes stuk. Konijnen horen thuis in een pot met pruimen, zeker op Nieuwjaarsdag.

Zelf wil ze dolgraag een jacuzzi installeren.
               Of dat niet te veel geluidshinder geeft, vraagt ze voor de vorm.
               “Natuurlijk niet,” zegt de buurman met een lach. “Als wij je jacuzzi ook mogen gebruiken.”
               Dat is nu nog het toppunt. Ik bak mijn pizza’s toch ook niet in zijn oven?

Het is vijfentwintig graden, ideaal weer voor de eerste barbecue. Ziet ze dat nu goed? Is daar weer een konijn ontsnapt? Klop, klop, klop. Het konijn wandelt niet meer verder zonder kop. De barbecue heeft nog nooit zo gesmaakt en haar buurman heeft geluk: hij hoeft het konijnenhok nu niet meer af te maken.

Diep in haar hart heeft Yvette toch een heel klein beetje spijt. Ze had beter gewacht tot de jacuzzi er stond. Dan had ze het konijn kopje onder geduwd in het bruisende water. Pas dan nodigde ze de buren uit voor een eerste zwempartij. De kinderen zouden gillen als aan hun voeten een pluizige haarbal lag. De schop wilde ze met plezier uitlenen om hun geliefde Flappie te begraven.