In de bovenste schuif

Vork: Altijd hetzelfde lied. Jij krijgt ijsstronk en ik moet weer fruitsla eten.

Lepel: Ik vind dat ook logisch.

Vork: Logisch, waarom zou jij daar meer recht op hebben dan ik?

Lepel: Omdat ik daar gewoon veel beter mee om kan. Daar moet je niet mee lachen, dat is gewoon zo. Er zijn veel dingen waarvoor ik beter geschikt ben dan jij.

Vork: Geschikter? Jij hebt niet eens tanden.

Lepel: Ik heb dan misschien geen tanden, ik kan in ieder geval wel vocht ophouden.

Vork: Jij moet altijd opscheppen.

Lepel: En jij dan? Jij moet altijd steken geven. Mislukte mestvork.

Vork: Povere pollepel, jij bent gewoon jaloers, jij, met al je rondingen.

(Toiletborstel wordt op tafel gezet.)

Lepel: Zie dat nu? We hebben concurrentie, wat is dat?

Vork: Een wc-borstel? Het is al erg genoeg dat we die schuif met de messen moeten delen.

Lepel: Zoiets groots. Hoe onpraktisch. Dat past hier toch niet.

Vork: Die komt toch niet bij ons in de bovenste schuif.

Lepel: Zoiets lelijks.

Vork: En zo bruin.

Lepel: Dat is zeker weer een immigrant.

Vork: Ze zouden dat nooit mogen toelaten, al die immigranten uit Afrika.

Lepel: Komen ze niet uit China, dan komen ze uit Afrika.

Vork: Hij stinkt.

Lepel: Ja, hij stinkt.

Vork: Toch weer niet één die ons werk komt afpakken.

Lepel: Die kan toch echt nooit wat wij kunnen? Wat denk jij?

Vork: Waarom die hier bij ons is gezet! Daar gaan ze nooit iets nuttigs mee kunnen doen.

Lepel: Aan ons kan hij geen puntje zuigen. Wij twee samen. Wat wij alllemaal niet samen kunnen!

Vork: Zoals jij altijd vloeiend met de dingen kunt omgaan.

Lepel: Zoals jij zomaar de zwaarste dingen kunt oppikken.

(Toiletborstel wordt van de tafel gehaald.)

Vork: Joepie, hij is teruggestuurd naar zijn thuisland.

Lepel: Wij twee samen. We hebben het toch goed samen in de bestekla.

 

(In samenwerking met Wim Ottermans)