Donkere schuilplaats opent deuren

Jodenhaat, verraad, dood en bevrijding. Niets strekt zo tot ieders verbeelding als WOII. Veel oorlogskinderen lieten hun levensverhaal na. Hoe meer je er leest, hoe voorspelbaarder! Toch werpt Johanna Reiss met haar verrassende, ontroerende verhaaleinde een nieuw licht op deze duistere tijd.

 

Reiss emigreerde pas na de oorlog naar Amerika. Ze werd geboren als Annie De Leeuw in het Nederlandse Winterswijk. In eenvoudige, maar rake taal portretteert ze haar belevenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog. Als ze voor het eerst over Hitlers jodenvervolging hoort, onderwerpt ze haar vader, vol ontzetting en onbegrip, aan een immens vragenvuur. Maar de gebeurtenissen in de concentratiekampen blijven voor haar jarenlang een mysterie, tot een krant van de ondergrondse de verpletterende waarheid onthult.

 

Annie moet intussen pesterijen van nazisympathisanten trotseren, haar moeder ziek achterlaten en onderduiken bij een hartelijke boerenfamilie. Plots betrekken de Duitsers hun boerderij als hoofdkwartier en is de spanning te snijden. Wat als iemand hen ziet of verraadt? Is in bed liggen en op één kamer stil zitten niet schadelijk voor de gezondheid? Wat te doen bij ziekte of stramme spieren?

 

Ondernemende mannen, bange vrouwen, klagende oudjes, lastige zieken, … allemaal lijken de personages stereotiep en alledaags, tot je ze beter leert kennen. De domme boer blijkt zo dom nog niet, en de anders zo onverschrokken verzetsleider staat ineens te klappertanden bij een bombardement. Wie zich had verwacht aan een blije Annie bij het intreden van de Amerikanen, is verrast door het droevige verhaaleinde: Annie durft de wereld nauwelijks in en moet weerom afscheid nemen van haar nieuwe thuis. Hereniging blijkt een utopie, want niets blijft bij het oude…

 

Ondanks deze trauma’s ligt het verhaal niet zwaar op de hand. Herhaaldelijk brengt de schrijfster een vrolijke noot met pittige anekdotes over opoe en haar slechte tanden, de verborgen radio, liefdesperikelen, leuke verjaardagscadeaus of boom klimmen. De warme zomerzon, de bevrijding met haar feestelijkheden én dodentol, … alles ziet de schrijfster door een roze bril. Je leest hier niet over volmaakte oorlogshelden, maar over veelzijdige persoonlijkheden. Dientje, de gastvrije huisvrouw met haar goed maar bang hart, Annies grote zus met haar zorgzaam maar onwrikbaar karakter, stuk voor stuk hebben ze hun sterktes, maar ook hun zwakheden.

 

De schuilplaats verscheen voor het eerst in Amerika in 1972 en werd twee jaar later naar het Nederlands vertaald. Ruim twintig jaar later geeft Querido het boek opnieuw uit en laat Rubinstein het inspreken door de auteur zelf. En terecht. De prachtige kindertaal en het indringende intrige grijpen je bij de strot. Ook Reiss’ ietwat oudere, schorre stem en haar boeiende vertelstijl maken dit levensverhaal authentiek: heftige emoties als angst, woede, verdriet en liefde klinken door in haar stem.

 

Reiss schreef haar levensverhaal pas twintig jaar na de oorlog. De scherpe herinneringen en haarfijne beelden doen je echter vermoeden dat ze al tijdens de oorlog een dagboek bijhield. Haar relaas is historisch erg waardevol en minstens zo aangrijpend als Het achterhuis van Anne Frank. Het zal jong en oud tot tranen toe ontroeren!