Tragisch afscheid op muziek: te veel klank, te weinig expressie

Waarom zou je 32 variaties op hetzelfde werk van Bach willen instuderen? De ene gaat deze uitdaging aan om zijn pianotechniek te perfectioneren, gewoon voor de kick. Voor een ander heeft muziek dan weer een therapeutische functie. Maar één ding staat vast: niemand doet dit voor zijn plezier! Ook als luisteraar met een doorsnee muzikale kennis beginnen deze 32 variaties en hun technische analyse je al snel te vervelen: je bent meer geïnteresseerd in het levensverhaal van moeder en dochter. Dit ontroerende verhaal over de verscheurdheid van de menselijke ziel, de liefdevolle relatie tussen ouder en kind en het plotse afscheid na het heengaan van de dochter, is zeker de moeite waard.

 

Bij het schrijven van Contrapunt heeft Anna Enquist zich duidelijk geïnspireerd op eigen ervaringen. Zelf verloor ze haar dochter van 27 bij een verkeersongeval in hartje Amsterdam, waarbij de beruchte ‘dode hoek’ haar fataal werd. Ook haar liefde voor psychoanalyse en muziek is in dit luisterboek sterk voelbaar: met aandacht voor het onbewuste analyseert Enquist ‘de vrouw’ die niet weet hoe ze haar emoties vorm kan geven. Zal ze schrijven of musiceren? Uiteindelijk besluit ze beide uitdrukkingsvormen tot één geheel te verweven. Met de tijdrovende studie van de Goldbergvariaties tracht ze de realiteit systematisch te verwerken en over de vergeefsheid van al die systematiek na te denken. Dat ze juist naar de Goldbergvariaties teruggrijpt, kan geen toeval zijn, want ook Bach schreef dit werk als wapen tegen krankzinnigheid na het heengaan van zijn zoon Bernard.

 

Zonder enige logica van tijd neemt Enquist je mee in de leefwereld van ‘de vrouw’ en haar opgroeiende dochter. Breedvoerig omschrijft ze welke herinneringen Bachs muziek bij ‘de vrouw’ oproept. Soms ontroeren die parallellen je als luisteraar, maar meestal word je afgestoten door de afstandelijkheid waarmee Enquist de rouwende moeder portretteert. Door krampachtig over het gezin te vertellen zonder ook maar iemand bij naam te noemen, stelt Enquist zich onpersoonlijk op. Die kilte contrasteert scherp met haar expressieve voorleesstijl. Waar nodig, bouwt de schrijfster stiltes in en als ‘de vrouw’ zich blij, droevig of boos voelt, hoor je dat aan haar lacherige, ruwe of verontwaardigde vertelstem. Bovendien past haar stemtimbre uitstekend bij de plot: met haar schorre, wat oudere stem klinkt Enquist echt als een bezorgde moeder.

 

Verdriet kan je niet kunstmatig naar boven halen; het overvalt je gewoon. Waarheidsgetrouw verwoordt Enquist hoe pijnlijke gevoelens ‘de vrouw’ blijven overrompelen. Pas na de ontdekking van de Goldbergvariaties kan ze haar emoties een plaats geven. Dat muziek zoveel troost biedt in verliessituaties, verrast de lezer en is een gegeven waarmee elke psycholoog aan de slag kan gaan. Geen wonder dat Enquist met dit originele concept de Libris Literatuurprijs in de wacht sleepte. Zelden brengt een schrijfster het contrast tussen woord en muziek zo subtiel tot uiting, een grens tussen tastbaar en ontastbaar, van ratio tegenover gevoel. Juist die interactie tussen verbale en non-verbale klanken maakt dit luisterboek uniek. Maar dit gouden concept wordt te sterk uitgemolken: wat Contrapunt vooral eentonig maakt, zijn de talrijke Goldbergvariaties, het langdradige, wetenschappelijke discours, de overdreven transparantie en de plechtstatige, afstandelijke schrijfstijl.