Een streling voor het oor

Met het verschijnen van het zevende én laatste Harry-Potter-luisterboek rond Kerst in 2007 was de klus geklaard voor meesterverteller Jan Meng. Het geduld van de fans werd rijkelijk beloond, want Meng wekt met zijn warme, rustige stem talrijke personages tot leven, die de lezer niet onberoerd laten. In het zesde Harry-Potter-boek werd door Perkamentus aan Harry een missie opgedragen. Zal Harry hierin slagen of heeft Perkamentus hem overschat en zal het kwade overwinnen? Wie zal de strijd tegen de duistere magiër Voldemort overleven? Komen alle personages voor onoverwinnelijke hindernissen te staan? Is de hechte vriendschap tussen Ron, Hermelien en Harry bestand tegen al deze precaire situaties of moet Harry alleen verdergaan? Zoals steeds bij Rowling, kent ook dit boek een verrassend einde waarin vele personages hun diepste geheimen moeten prijs geven.

 

Het contrast tussen goed en kwaad vervaagt. Thema’s als de keuze tussen persoonlijke macht of het algemeen welzijn lijken ontleend aan “In de Ban van de Ring”, maar het boek heeft veel meer te bieden. Het verhaal parodieert huwelijk, persvrijheid en vertrouwen in officiële instanties. Ook verwijzingen naar minderheidsgroepen als homoseksuelen of gehandicapten met een kinderwens ontbreken niet. Daarnaast alludeert de plot op historische gebeurtenissen als de kruistochten en de Tweede Wereldoorlog. Kortom: de magische en sprookjesachtige sfeer uit de toverwereld is onlosmakelijk verbonden met de realiteit. In mooi opgebouwde zinnen vol beeldspraak komt het verhaal echt tot leven met als boodschap “de altijd zegevierende liefde”. Met uitdrukkingen als “waar je schat is, zal je hart ook zijn” of “de laatste vijand die overwonnen wordt, is de dood” geeft Rowling haar levenswijsheid ten beste. Wie zin heeft in een spannend boek waarin romantiek, humor, ontroering en vriendschap troef is, zal zeker zijn gading vinden in dit luisterboek.

 

De laatste jaren komt het luisterboek niet alleen in Nederland, maar ook in België in opmars. Goede literatuur moet je niet noodzakelijk lezen; je kunt er ook naar luisteren. Net als de gedrukte versie is dit boek opgedeeld in kleine verhaaleenheden, zodat je gemakkelijk een passage kunt terugvinden. Dankzij Meng’s verfijnde verteltechniek krijgt de geschreven tekst een extra dimensie. Als je Meng hoort vertellen, word je a.h.w. ondergedompeld in het verhaal.

 

Sinds zijn debuut als verteller met “De Reuzekrokodil” van Roald Dahl in 1991 is de Amsterdammer Jan Meng niet meer uit de wereld van het luisterboek weg te denken. Vanaf 2000 las hij alle Nederlandstalige Harry-Potter-luisterboeken in, waardoor in het Nederlandse taalgebied de liefde voor het audioboek groeide. Hoe kon het ook anders? Het grote succes van de ingenieuze, fantasierijke Harry-Potter-boeken van Rowling in combinatie met een getalenteerde verteller deden de harten van de luisteraars uiteraard nog sneller slaan.

 

Meng’s verteltechniek komt volledig voort uit leeservaring en vindingrijkheid. Hij overklast andere vertellers, onder wie Jim Dale van de Amerikaanse Harry-Potter-luisterboeken, moeiteloos. Ondanks Dale’s grote succes en zijn gebruik van stemnuances, is alle spontaniteit uit zijn vertelling verdwenen. Zijn schoolse en zangerige verteltechniek geeft de luisteraar eerder de neiging ongeïnteresseerd in zijn neus te peuteren dan te luisteren.

 

De Engelstalige luistereditie van Fry is gelukkig veel levendiger; ook volgens Rowling legt Fry de juiste accenten. Naast het spel met geluidseffecten zoals echo en gesnik, weet Fry de luisteraar te boeien met talrijke stemnuances waartussen hij niet te abrupt omschakelt. Die klankrijkdom horen we ook bij Meng; enkel de echo’s laten op zich wachten, maar voor het verhaal vormt dit geen noodzaak.

 

Meng blijft het verhaal steeds vanuit zijn invalshoek benaderen; de schrille stem van Knijster en de sluwe stem van Sneep zijn uniek. In tegenstelling tot anderen houdt Meng zich niet altijd letterlijk aan de geschreven tekst. Door de tekst af en toe te verrijken met kleine woordjes uit het mondelinge taalgebruik, vertolkt hij het verhaal vloeiend en spontaan.

 

Meng legt beslist emotie in zijn stem. Bij sommige passages lopen de rillingen over je rug. Wanneer Knijster bvb in snelle snikken verhaalt, siddert de luisteraar a.h.w. met hem mee. Andere personages, zoals Ron’s ouderwetse tante, en het grappige conflict tussen Ron en Hermelien om het licht in Sirius’ huis, doen de toehoorder dan weer bulderen van het lachen. Daarnaast voelt de luisteraar soms ook verdriet. Als Harry tot slot beslist zijn laatste offer te brengen, kan je je tranen nauwelijks bedwingen. Doordat Meng vertelt alsof het om zijn eigen leefwereld ging, versmelt de toehoorder a.h.w. met de toverwereld.

 

Door het juiste gebruik van stemtimbres, maakt Meng dit boek intrigerend. De stemtimbres evolueren doorheen heel het verhaal. In voorgaande boeken werd Lupos’ stem steeds feller uit verbittering. In dit luisterboek wordt Voldemort’s huig-r vervangen door een rollende r, wat zijn hernieuwde triomfgevoel weerspiegelt. Deze twee voorbeelden zijn slechts een greep uit Meng’s rijke interpretatie.

 

Meng gebruikt zijn stemtechniek in functie van het verhaal. Andere vertellers daarentegen plaatsen zichzelf op de voorgrond, bvb Bernard Giraudeau die Ron Wemel in de Franse Harry-Potter-luisterboeken doet lispelen. Hierdoor komt Ron belachelijk over, wat totaal niet bij het verhaal aansluit. Ook de makers van de Nederlandse stemmen uit de Harry-Potter-films kunnen nog veel van Meng leren. Meng’s stem van Perkamentus – rustig, diep, beheerst, geruststellend en zelfzeker – past uitstekend bij het karakter van het personage. De hese stem van Perkamentus in de films of het Duitse en Franse Harry-Potter-boek laat al deze eigenschappen verloren gaan.

 

De duidelijke articulatie van Meng maakt filmbeelden overbodig. Zijn melodieuze stem en uitgekiende verteltechniek doen alle dimensies van het verhaal extra tot hun recht komen en verrijken de geschreven tekst die op zichzelf al een literair hoogstandje vormt voor jong en oud. De reden voor Rowling’s succes ligt dan ook voor de hand: wie zo’n spannende en psychologisch diepgaande verhalen kan schrijven waarin elke lezer iets van zichzelf terugvindt, moet gewoon gelezen worden. Het zevende Harry-Potter-boek is beslist de kroon op haar werk. Toch kijk ik vol verwachting uit naar méér van deze auteur.